Familie:
Crenuchidae
Herkomst:
Voornamelijk in Rio Solimoes, Rio Negro en Rio Orinoco gebied in Peru, Colombia, Venezuela en Brazilië.
Lengte:
4 a 5cm.
Geslachtsonderscheid:
Geslachtsonderscheid is goed te zien bij deze soort.
De mannetjes krijgen op volwassen leeftijd een hoge rugvin.
Daarnaast is hun aarsvin ook groter dan die van het vrouwtje.
Karakter:
Het gedrag wat de Poecilocharax weitzmani heeft, kun je vergelijken met die van dwergcichliden.
De mannetjes kunnen onderling redelijk temperamentvol zijn en zetten dan hun vinnen op.
Wanneer zij dit doen verschijnt er een zwarte verticale streep over hun kop heen, en zwarte streep aan de beide kanten van de bekje.
De vrouwtjes kunnen onderling ook wel temperamentvol zijn maar minder erg dan de mannetjes.
Aquarium:
Vanwege zijn kleine maat kun je een kleine groep van 6 tot 8 exemplaren houden in een 60cm bak.
Waterwaarden:
Temperatuur: 21 tot en met 27 graden.
Ph: 3 tot 6,5
GH: 0 tot 5
Voeding:
Het beste is om de Poecilocharax weitzmani klein levend voer te geven, zoals Cyclops, Daphnia, witte- en zwarte muggenlarven.
Diepvries voer en droogvoer word ook wel geaccepteerd maar het beste is om ze langzaam naast levend voer ook te laten wennen aan droog- en diepvriesvoer.
Kweek:
De manier van voortplanten van deze soort is vergelijkbaar met die van Apistogramma’s.
De eitjes worden afgezet in de binnenkant van een hol.
Het enig verschil is dat de man de eitjes uitbroed en bewaakt.
Beschrijving:
De Poecilocharax weitzmani leeft van nature in wateren waar de bodem bedekt is met een dikke laag bladeren.
De Poecilocharax weitzmani is groot een deels te vinden tussen de bladeren, waar ze op zoek gaan naar voedsel.
In één van de gebieden waar de Poecilocharax weitzmani voorkomt, leeft hij samen met vissen zoals: Cheirodon axelrodi, Crenicichla’s en Apistogramma’s.
Het mooiste is om en groep aan te schaffen die bestaat uit 2a3 mannetjes en 5a6 vrouwtjes.
Als je de Poecilocharax weitzmani in een aquariumwinkel tegenkomt dan zijn het vaak exemplaren die ondervoed zijn.
Het eerste wat je dan moet doen is ze door middel van klein levend voer ze bij te voeren.
Als dat is gelukt dan kun je langzaam droog- en/of diepvries voer gaan mengen met levend voer om ze te laten wennen aan droog/diepvriesvoer.
Auteur afbeeldingen: Gert Blank
Er zijn nog geen reacties.