De eerste beschrijving gebeurde door Hubbs in 1936, hij noemde de soort naar Prof. A.S. Pearse.
Herkomst:
Zuid Mexico, Guatemala, rio-Usumacinta, rio Lacanjah, palenque.
Uiterlijk:
Maximale grootte van de man 45cm, en de vrouw zo rond de 35 cm.
De pearsei is chocolade bruin aan de onderkant, waarbij de bovenkant geel/goud achtig is, met bruine strepen/vlekken patroon.
De vinnen hebben veel geelgroene iriserende puntjes.
Inrichting:
Voor deze grote vissen is een aquarium nodig van minimaal 2.50 meter.
De bak inrichten met veel stenen en kienhout, gebruik een zandbodem.
Planten worden als voedsel gezien.
Water:
Temperatuur: 27 graden.
PH: 7,5-8,5
GH: 3-14
Voeding:
Het voedsel moet voornamelijk bestaan uit groenvoer, maar ook diepvriesvoer of levend voer mag gegeven worden.
Als aanvulling cichlidensticks of droogvoer.
Karakter:
Het zijn hele rustige en vreedzame vissen, ze kunnen zelfs handtam worden.
Ze hebben wel veel ruimte nodig.
Kweek:
De kweek is vrij moeilijk. Als de eitjes worden afgezet en bevrucht, komen de jongen na 5 dagen uit, nog 5 dagen later zwemmen ze vrij rond.
Het vrouwtje bekommert zich om het legsel, terwijl het mannetje het territorium verdedigt.
De jongen groeien vrij snel, maar worden door de ouders nog relatief lang verzorgd.
De jongen kunnen opgekweekt worden met stofvoer of artemia-nauplien.
Auteur: www.parelsuitmalawi.nl
Afbeeldingen: Matthijs Meindertsma
Er zijn nog geen reacties.