Dit is de “oer” frontosa. Deze vis met zijn 7 strepen is de enige die na de huidige maatstaven de naam frontosa dragen mag. In 1906 heeft Boulenger deze Cyphotilapia voor het eerst omschreven. Waarbij de naam Cyphotilapia frontosa niet van Boulenger stamt, maar van Regan die in 1920 de systematiek van de vissen opnieuw indeelde. Pas in de laatste jaren komt deze vis vaker in de handel voor. Gedurende langere tijd was deze zeer moeilijk te verkrijgen.
Zijn kenmerken, de 7 strepen, maken hem uniek en niet te verwarren met een ander variant.
Het zijn niet alleen de strepen, waarbij ook de streep over de kop als streep word geteld, die hem zo bijzonder maakt.Deze variant is ook herkenbaar door de zwarte streep op zijn kop, waar bij zijn kieuwen de streep eindigt in een ronde zwarte vlek.
Bijna een kind van het zuiden.
In tegenstelling tot het type Burundi toont deze frontosa een kleine overeenkomst met zijn zuidelijk verwanten. Namelijk zijn lichaamskleur is nog overwegend zwart wit terwijl de vinnen reeds een blauwe verkleuring geven.
De vinnen behoren met hun vorm nog duidelijke tot de noordelijke soort, ze zijn kort zonder uitlopende punten dit in tegenstelling tot de zuidelijke varianten.
Ook op de kop kunt u een blauwe gloed herkennen. Het is een zeer aantrekkelijke variant die overigens duidelijk alleen aan de kust van Kigoma gevangen wordt, in verhoudingsgewijze een klein stuk meer.
Er zijn nog geen reacties.