Herkomst:
Thailand, Vietnam, Maleisië.
Uiterlijk:
Lengte circa 12 tot een 20 cm.
Het lichaam is grijsachtig dat kan overgaan van blauw naar groen.
De vinnen zijn transparant, alleen de staartvin is geelachtig.
Ze hebben ook baarddraden en een afgeplat lichaam om zich makkelijk over de bodem te kunnen bewegen.
Het verschil tussen mannetje en vrouwtje is moeilijk te zien.
Ze kunnen een typisch knarsend geluid maken.
Inrichting:
Voor deze vissen is een aquarium nodig van minimaal 1.50 meter.
De bak inrichten met losse beplanting en voldoende schuilplaatsen, die je kunt maken met stenen, kienhout of halve kokosnoten.
Natuurlijk hebben ze ook een zandbodem nodig waar ze lekker in kunnen woelen en op zoek gaan naar voedsel.
Waterwaarden:
Temperatuur: 24-28 graden.
PH: 6-7
GH: 5-13
Voeding:
Het zijn echte alleseters, ze schrapen graag alg af, eten muggelarven, watervlooien, tubifex, droogvoer of voedertabletten.
Zorg voor voldoende afwisseling.
Karakter:
Deze botia kan samengehouden worden met andere vissoorten, alleen niet met andere bodembewoners.
Houd ze wel in een groepje van minimaal 6 stuks.
Het zijn vissen die s’nachts actief zijn en overdag vaak schuilen, ze hebben ieder wel hun eigen plekje nodig.
Het is aan te raden elke week een deel water te verversen.
Kweek:
Over de kweek is niets bekend.
Er zijn nog geen reacties.