Synoniem:
Acara dimerus.
Herkomst:
Brazilië, Argentinië.
Uiterlijk:
Lengte circa 17 cm.
De grondkleur van het lichaam is bronskleurig met een zwarte aftekening van de schubben.
De buik heeft een hemelsblauwe kleur.
De staart- en anaalvin zijn koperrood met blauwe stippen, de rugvin heeft een blauwe en een rode rand.
De ogen zijn rood omrand.
Inrichting:
Voor deze vissen is een aquarium nodig van minimaal 1.40 meter.
De bak inrichten met planten, stenen en kienhout zodat er voldoende schuilplaatsen ontstaan, de planten worden met rust gelaten. De bodem moet bestaan uit zand.
Water:
Temperatuur: 23-27
PH: 7-7,5
GH: 12-16
Voeding:
Het is een alleseter, als voedsel kan zowel levend voer als diepvriesvoer gegeven worden zoals muggelarven, watervlooien, garnalen en mosselen.
Ook droogvoer wordt geaccepteerd.
Karakter:
Het is een vrij rustige cichlide die kan worden samengehouden met soortgenoten en andere grote cichliden.
Kweek:
De kweek is redelijk eenvoudig, er worden zo’n 400 tot 500 eitjes afgezet en bevrucht op een platte steen.
Het legsel wordt goed bewaakt en verzorgd, beide ouders hebben broedzorg.
Na 2 dagen komen de eitjes uit en worden de jongen ondergebracht in een broedkuil.
Na 4 dagen zwemmen ze vrij rond en worden door de ouders nog lange tijd verzorgd.
De jongen kunnen worden opgekweekt met artemia-naupliën.
Er zijn nog geen reacties.