Cichliden kwekers

Herkomst:
Deze Mbuna komt voor bij de Noordelijke oever van Likoma en Chizumulu, en ook langs de oostelijke oever en ten noorden van Ntekete.

Uiterlijk:
De mannetjes worden circa 10 cm waarbij de vrouwtjes kleiner blijven, circa 8 cm.
De mannetjes zijn kleurrijker dan de vrouwtjes die een grijsbruine kleur vertonen.
Deze soort komt in diverse kleuren voor en dat ligt hoofdzakelijk aan de vindplaats.

Cynotilapia afra Jalo Reef

Cynotilapia afra Lion’s Cove

Inrichting:
Deze vissen hebben een minimale bakmaat nodig van 1.50cm.
Ze houden van flinke rotspartijen en hebben het liefst een zandbodem.
Het zijn echte gravers dus zorg er voor dat je stenen stevig vast liggen zodat een berg stenen niet in elkaar kan vallen.

Karakter:
De mannetjes zijn erg territoriaal.
Vrouwtjes en jongbroed leven voornamelijk samen in een groep, tussen de rotsen.
Deze vissen kan je het beste houden met andere Mbuna soorten.

Voedsel:
Ze voeden zich voornamelijk met plankton wat ze uit het water filteren.
Ook zeven ze de zandbodem opzoek naar voedselresten.
U kunt ze bijvoeren met daphnia, mysis, cyclops, krill, witte-, zwarte muggenlarven en droogvoer.

Kweek:
De beste verhouding om deze vissen te kweken is 2a3 mannen op meerdere vrouwtjes, indien men over een soort aquarium spreekt.
In een gezelschap bak is het raadzaam om 1 op 3 te houden.
De kweek gaat vrij gemakkelijk.
Broedende vrouwtjes verschuilen zich meestal tussen de rotsen, waar ze ook hun jongen zullen uitspugen.
De vrouwtjes houden de eitjes, larfjes circa 21 dagen in hun bek.
Zodra de jongen uitgespuugd zijn kan je ze makkelijk opkweken met artemia naupliën.

Waterwaardes:
Temperatuur: 23-25 graden.
GH: 12-16, PH: 7,5-8,5