Je ziet regelmatig dat er wordt gesproken over de Sciaenochromis Ahli, ook op adverteer sites zie je regelmatig dat de Sciaenochromis Ahli of de Sciaenochromis Ahli “IceBerg” wordt aangeboden.
Even ter duidelijkheid, meestal is deze benaming onjuist en spreekt men over de Sciaenochromis Fryeri.
De benaming van deze vis brengt veel verwarring met zich mee.
Dit zit hem in de oude benaming van de S. Fryeri die vroeger Haplochromis ahli werd genoemd, en later H. Jacksoni of H. Ahli.
Hier onder wordt beschreven wat de verschillen van deze soorten zijn.
Sciaenochromis Ahli
De Sciaenochromis Ahli is genoemd naar Dr. Ernst Ahl.
Die deze soort is in 1927 aan de hand van een door Dr. Fulleborn gevangen exemplaar beschreef als Haplochromis Serranoides.
Het eerste exemplaar is gevangen door Dr. Fulleborn, in de buurt van Alt Langenburg “noordoostelijke oever van het Nyasameer”.
Haplochromis Serranoides werd door Trewavas in 1935 hernoemt naar Haplochromis Ahli.
Eccles en Trewavas beschreef in 1989 een Sciaenochromis Ahli in 1989.
Sciaenochromis Ahli is herbeschreven door A. Konings, die het exemplaar onderzocht in Oktober 1992, en beperkte de Sciaenochromis familie tot vier soorten (S. Psammophilus, S. Fryeri, S. Ahli, S. Benthicola).
Deze cichlide werd voor het eerst geïmporteerd in 1972 (Cooney, 1979).
In eerste aanleg werd deze soort aangeduid als Electric Blue Haplochromis, nadien werden namen gebruikt als Haplochromis Jacksoni of Haplochromis Ahli.
Herkenning
S. Ahli een groot wordende cichlide die een standaardlengte kan bereiken van 20cm.
Het melanine-patroon vertoont 10 tot 11 verticale strepen.
Het kopprofiel, van de voorste inplant van de rugvin tot aan de punt van de snuit, is lichtelijk convex.
Het onderste profiel van de kop is recht en bijna horizontaal.
De mannen hebben een groene/blauwe kleur.
De vrouwen zijn zilver kleurig.
De S. Ahli werd op drie verschillende plaatsen boven een zanderige bodem en in de buurt van rotsen aangetroffen.
Sciaenochromis Fryeri
De Sciaenochromis Fryeri is genoemd naar Dr. Geoffrey Fryer.
Sciaenochromis werd beschreven door A. Konings in 1993, die dit soort onderzocht.
Er werd gebruik gemaakt van de volgende materialen:
Mannelijk exemplaar van 113.2mm, gevangen bij het eiland Mbenji door S. Mwale op 16-11-1989.
Mannelijk exemplaar van 107.7mm, gevangen in Nkhata Bay door G. Fryer (Brits museum London 1956.
Mannelijk exemplaar van 96.1mm gevangen bij Cape Maclear door J. Trendall en E. Trewavas op 15-4-1985.
Drie mannelijke exemplaren van 68.9, 76.3, 78.8mm, gevangen bij het eiland Likoma door Stuart Grant op 29-7-1992.
Herkenning
S. Fryeri is een klein tot middelgrote cichlide die een standaardlengte kan bereiken van 11/12cm.
Het melanine-patroon vertoont 9 tot 12 verticale strepen.
Het dorsale kopprofiel is convex, het basale kopprofiel is recht en nagenoeg horizontaal.
De mannen hebben een felle blauwe kleur en de aarsvin is rood of geel/oranje van kleur.
De vrouwen zijn zilver/ grijs kleurig, en hebben een lichte blauwe kleur in de kop.
De S. Freyeri komt in het geheel Malawi meer voor, en werd aangetroffen langs vrijwel elke rots van het meer.
Er bestaat een S. Fryeri die een meer uitgesproken witte “blaze” op de bovenzijde van zijn lichaam heeft, deze variant komt voor in Thumbi West.
Meer over de Sciaenchromis fryeri “iceberg”.
Het verschil
De S. Ahli is dus minder metalliek blauw gekleurd als de S. Fryeri, tevens is er een verschil in de kop van de vis.
Ook de vrouwen zijn verschillende, de S. Fryeri vrouw toont een lichte blauwe kleur in de kop, wat weer niet zichtbaar is bij de S. Ahli.
Er zijn nog geen reacties.