Cichliden kwekers

De Aristochromis Christyi werd voor het eerst beschreven in 1935 door Dr. E. Trewavas.

Aristo : excellent, chromis : vis.
Christyi = genoemd naar Dr. Cuthbert Christy, directeur van het Congomuseum.

Herkomst:
De A. Christyi wordt in het gehele meer aangetroffen.
Ze zijn voornamelijk te vinden bij rotsachtige plaatsen (overgangs biotoop) op dieptes van 2 tot 10 meter.

Groote:
Lengte circa 30 waarbij het vrouwtje iets kleiner blijft, circa 25cm.

Sociaal gedrag:
Deze rover is relatief agressief, vooral naar soort genoten, en kan daarom het best worden gehouden 1 man op meerdere vrouwen.
Tevens is het raadzaam om deze cichlide samen te houden met grotere varianten.
Kleine malawi cichliden worden snel als prooi gezien en zullen het niet overleven bij deze grote rover.

Aquarium:
Minimaal 2.50cm is toch wel aanbevolen voor deze rover.

Decoratie:
Probeer een overgang biotoop te maken, met hier en daar wat rotsen maar ook genoeg open water.
Meer informatie over een overgang biotoop vind je in Malawi overgangshabitat.

Waterwaarden:
Temperatuur: 23 a 27 graden.
Ph: 7,7 – 8,6.
Hardheid: 12 – 15 DH.

Voeding:
In zijn natuurlijker omgeving jaagt hij voornamelijk op kleinere mbuna soorten.
Zijn manier van jagen lijkt veel op de Exochochromis anagenys.
De A. Christyi gaat bij het jagen op een kant hangen, en laat zich dan afdwalen tot zijn prooi.
Zodra hij zijn prooi heeft benadert slaat hij met een zijwaartse slag toe en heeft zijn prooi in de bek die niet zal ontsnappen door zijn sterke kaken.

In het aquarium kun je deze rover het beste voeren met grotere stukken diepvriesvoer zoals garnalen of mosselen.

Kweek:
De Aristochromis Christyi is een maternale muilbroeder.
Er wordt een kuil gegraven in het zand, waar het vrouwtje haar eieren (circa 50 stuks) zal afzetten.
Het vrouwtje verzorgt de broedzorg en na geruime tijd zullen de jongen worden losgelaten, deze zullen bij gevaar en in nacht weer tot zich worden genomen.

Omschrijving:
De Aristochromis Christyi is goed te herkennen door zijn opvallende samengedrukte kop.
Volwassen mannen vertonen prachtige blauw/groene kleuren, waarbij ze een rode aarsvin bezitten.
Vrouwtjes (ook jonge exemplaren) zijn zilver/grijs, met bruine tint, van kleur.
Zowel bij de mannen (minder zichtbaar als ze op kleur zijn) als bij de vrouwen loopt er een schuine zwarte band vanaf de nek naar de staartwortel.